Zilver in Mongolië 1992 – 2017 start en levensloop feestviering dankbaarheid |
1992-2017
Dat is zilver! Maar ook de start en levensloop van de katholieke kerk in Mongolië.
Op 9 juli 2017 liep de kathedraal van Sint Petrus en –Paulus vol met dankbare mensen om die 25 jaar aanwezigheid en werken in dit schitterende land. Tijdens de viering sprak bisschop Wenceslao Padilla, apostolische prefect van Mongolië, zijn dank aan God en aan al zijn medewerkers uit, voor wat er de voorbije 25 jaar is verwezenlijkt. Hij benadrukte ook dat de stabiliteit van de kerk in het land, met aanwezigheid in de verschillende sectoren van de maatschappij, is gegroeid en versterkt. De samenwerking tussen missionarissen van verschillende landen en het Mongoolse volk heeft een stevige basis voor de kerk gelegd.
In de feestelijke mis waarin meer dan 30 priesters concelebreerden, waren ook enkele speciale gasten als Mgr. Marco Sprizzi, eerste raadgever van de apostolische nuntiatuur van Zuid-Korea en Mongolië, en Fr. Gilbert Sales, één van de eerste missionarissen die hier in 1992 zijn gekomen. Veel plaatselijke en buitenlandse ambtenaren waren bij het evenement. De boeddhistische gemeenschap werd door de eerbiedwaardige Dambajav van het Dashchoilin klooster vertegenwoordigd. Zijn aanwezigheid werd door de hele katholieke gemeenschap erg gewaardeerd.
Even terugblikken in die 25 jaar:
In het begin van de jaren negentig werd Mongolië een democratisch land.
De regering nam contact met het Vaticaan in Rome met de vraag naar katholieke missionarissen. Op 10 juli 1992 kwamen de eerste drie missionarissen CICM (missionarissen van Scheut)aan: pater Wencesalo Padilla (nu Bisschop van Mongolië), pater Robert Goessens (die terugkeerde naar Japan) en pater Gilbert Sales, momenteel president van de Universiteit van Saint Louis in Baguio City, in de Filippijnen. De relaties met het Vaticaan zijn door de jaren goed gebleven met een grote bezorgdheid om het geestelijke en materiële welzijn van het Mongoolse volk.
De missionarissen startten werkelijk van nul. Er was geen kerk, geen klooster… Niets en niemand om hen op te vangen. Mis vieren zonder publiek en een beetje later kwamen enkele buitenlanders naar de mis. De drie missionarissen zetten alles op alles om de mensen, hun cultuur en noden te begrijpen en te ondersteunen. Opvang van straatkinderen, onderwijs, medische zorg, armenzorg… een caritasdienst niet vreemd aan het katholieke geloof. Zij kregen vlug versterking door de zusters ICM (zusters van de Jacht), Salesianen en andere congregaties.
Veel zaken slaagden maar ook tegenslagen en steeds nieuwe uitdagingen keken om de hoek. Wij denken allereerst aan het leren van de taal, het aankunnen van het harde klimaat en omgaan met de andere religies als sjamanisme, boeddhisme en de islam. Vandaag komt een glimlach op hun gezicht, zeker als ze in de richting van Joseph Enkhee-Baatar, de eerste inlandse priester (gewijd in 2016) en de weliswaar kleine maar dappere katholieke gemeenschap in Ulaanbaatar, Darkhan, Showoo…