Woorden uit de homilie van André Marie Aboudi CICM, in de eucharistie in Rome voor bisschop Wens, ICM en CICM samen
Bisschop Wens was een groot priester, een Godsgeschenk voor de jonge Kerk in Mongolië, een van de pioniers in het missiewerk door CICM in Mongolië. Wij kunnen zijn leven bekijken vanuit twee invalshoeken: enerzijds die van een priester van de apostolische prefectuur Mongolië, anderzijds die van een confrater binnen de CICM-familie voor wie hij een voorbeeld was.
Bisschop Wens heeft zonder reserve de jonge kerkgemeenschap gediend. Zijn hart was zo open als een welkom. Hij stond klaar voor jong en oud, arm en rijk, man en vrouw… Discriminatie was hem vreemd. Hij was altijd beschikbaar om God bij de mensen te brengen doorheen het Evangelie en de eucharistie. Hij had eveneens een open oor voor de vele missionarissen werkzaam in Mongolië, ook voor mensen met een andere religie. Hij was een voortrekker in de dialoog met de mensen van andere godsdiensten en ontbrak nooit op samenkomsten met andere religieuze leiders. Christenen en niet-christenen konden bij hem terecht.
Hij was ook priester-architect. Kerken, scholen en verscheidene andere centra die de christenen en de Mongoolse bevolking ten goede kwamen, werden gebouwd. Zo ook de mooie en zinvolle Sint-Peter en Paul kathedraal in de hoofdstad Ulaanbaatar. Vanuit de ger als middelpunt en symbool voor de familie in Mongolië werd dit kerkgebouw opgetrokken. Hij was met de Mongoolse cultuur vergroeid en creëerde een centrum ter bevordering van de Mongoolse taal.
Zijn plotse dood kwam als een schok voor ons maar we kunnen het ook zien als teken van hoop voor de missie in Mongolië. Zijn sterven is als een graankorrel die in goeie grond valt en vruchten voortbrengt. Mag God hem opnemen in zijn eeuwig Licht. Mag hij rusten in vrede.