Ondanks de Coronacrisis gaat geloven verder

Ook in Mongolië is men bang van het virus en is de lockdown geen loos woord. Er zijn amper 15 gevallen bekend maar in dergelijke landen met veel minder ziekenzorg dan bij ons, zou het een ramp kunnen betekenen, zeker in de hoofdstad met zo’n 1,5 miljoen inwoners.
Feest binnen de Mongoolse Kerk
Ondanks de Coronacrisis gaat geloven verder.
Begin april werd door paus Franciscus een nieuwe bisschop benoemd. De Italiaanse pater Giorgio Marengo werd als hoofd van de apostolische prefectuur Ulaanbaatar, wat overeenkomt met heel Mongolië, aangesteld.
Deze 45-jarige Italiaanse priester werkt sinds 2003 in Mongolië en behoort tot de Consolata-missionarissen.
Wij hoorden dat het een goeie keuze was.


Zijn voorganger, bisschop Wenceslao Padilla (CICM = missionarissen van Scheut) een Filippino stierf aan een hartaanval in september 2018. Bisschop Wens heeft samen met een kleine groep missionarissen de grond geëffend om een katholieke gemeenschap te laten groeien in het land. Dit pas sedert 1992.
Er zijn nu ongeveer 1500 gedoopten op een bevolking van 3 miljoen.
Bisschop Wens en pater Giorgio
Terug gaand in de geschiedenis zien wij in de 13de eeuw kortstondig, in de tijd van het Mongoolse rijk, al een eerste aanzet van het christelijk geloof. Pas in 1991, toen het land van het communisme overging naar een democratie, konden katholieke missionarissen terug aan het werk. In 2002 werd de katholieke gemeenschap een apostolische prefectuur, wat je als opstap tot een bisdom kunt zien.
De prefectuur werd in 6 parochies opgedeeld. Een inlandse priester, en een 70 tal missionarissen dragen de jonge en frisse christengemeenschap een warm hart toe.

